Ontwikkeling kredietrente - Wat kost lenen?
Waar de leenrentes als gevolg van stijgende kapitaalmarktrentes in 2023 sterk stegen, zien we deze in de eerste maanden van 2024 stabiliseren. De gemiddelde leenrentes voor persoonlijke leningen met de leenbedragen € 10.000, € 20.000 en € 50.000 daalden tot april zelfs licht, of bleven constant zoals bij het leenbedrag € 5.000.
Sinds april lopen de gemiddelde leenrentes weer licht op. Dit komt vooral door een stijging van de laagste leenrentes.
- De gemiddelde rente voor een persoonlijke lening van € 50.000 was begin januari 2024 7,98%. In april zakte deze terug naar 7,81%, om in juni weer iets te stijgen naar 7,88%.
- De laagste leenrente in de markt bleef in de eerste helft van 2024 redelijk constant en schommelde tussen 6,40% in maart en 6,80% in juni.
- In de kapitaalmarktrentes zat de afgelopen maanden relatief weinig beweging. De rente voor een 10-jaars-Nederlandse staatslening stond begin januari op 2,346% en klom langzaam op tot 2,862% begin juni van dit jaar.
- Normaal gesproken bewegen de leenrentes mee met de kapitaalmarktrentes. In dit geval zien we de leenrentes sinds april iets oplopen, terwijl de kapitaalmarktrentes sindsdien rond eenzelfde niveau blijven schommelen. Daarmee lopen de leenrentes dus iets uit de pas.
- Sinds november 2023 dalen de kapitaalmarktrentes weer, met als gevolg dat ook de leenrentes dalen.
- Het gemiddelde leenbedrag ligt in de eerste helft van 2024 iets lager dan het leenbedrag in 2023 en ruim lager dan in 2022.
- Het aantal leningaanvragen blijft in verhouding op hetzelfde niveau als in 2023.
- In 2024 werd 75% van de leningen afgesloten voor een bedrag tussen de € 2.500 en € 20.000, met als grootste categorie de leningen tussen de € 10.001 en € 20.000.
- Het aantal leningen in de laagste leenbedragen loopt ieder jaar iets verder op. Er wordt dus vaker voor een relatief kleiner bedrag geleend.
- Het aantal leningen vanaf € 50.001 is de afgelopen 18 maanden sterk teruggelopen ten opzichte van 2022. In 2022 was 4,15% van alle leningen een lening van meer dan € 50.001, in de eerste vijf maanden van 2024 is dit nog maar de helft: 2,12%.
- Het aantal leningen in de categorieën € 20.001 - € 30.000 en € 30.001 - € 40.000 blijft ieder jaar constant.
Het feit dat de leenrentes in 2024 redelijk constant blijven, is vooral het gevolg van het stilvallen van de kapitaalmarktrentes:
Het gemiddelde leenbedrag daalt
Consumenten leenden in de eerste helft van 2024 gemiddeld een lager bedrag dan in de jaren ervoor. In de eerste helft van 2024 bedroeg het leenbedrag gemiddeld € 16.203. Dat is zo’n € 150 minder dan in 2023 en bijna € 2.000 minder dan in 2022. Toen werd er gemiddeld een bedrag van € 18.159 geleend.
Een verklaring voor het teruglopen van het gemiddelde leenbedrag ten opzichte van 2022, kan liggen in de sterke stijging van de leenrentes in 2023. Hoewel deze nu stabiel zijn, bevinden ze zich nog steeds op een beduidend hoger niveau dan in 2022.
Jaar | Gemiddelde leenbedrag |
2021 | € 17.559 |
2022 | € 18.159 |
2023 | € 16.365 |
H1 2024 | € 16.203 |
Wat valt op:
Meest gekozen leenbedragen
Dat het gemiddelde leenbedrag in de eerste helft van 2024 bijna gelijk is aan dat in 2023, is te verklaren door te kijken naar de verdeling van de leenbedragen. Hierbij valt op dat de verhoudingen tussen de categorieën leenbedragen in de eerste helft van dit jaar en vorig jaar nagenoeg hetzelfde zijn. Er is wel een duidelijk verschil met de meest gekozen leenbedragen in 2022.
Leenbedragen | H1 2024 | 2023 | 2022 |
€ 2.500 tot € 5.000 | 21,15% | 19,51% | 19,67% |
€ 5.001 tot € 10.000 | 25,14% | 24,97% | 22,43% |
€ 10.001 tot € 20.000 | 28,67% | 29,37% | 27,60% |
€ 20.001 tot € 30.000 | 15,08% | 15,57% | 16,17% |
€ 30.001 tot € 40.000 | 5,15% | 5,62% | 5,55% |
€ 40.001 tot € 50.000 | 2,69% | 2,88% | 4,43% |
€ 50.001 tot € 60.000 | 0,75% | 0,85% | 1,89% |
€ 60.001 tot € 70.000 | 0,48% | 0,43% | 0,71% |
€ 70.001 tot € 80.000 | 0,89% | 0,8% | 1,55% |
Wat valt op:
Meest gekozen leendoelen
Veruit het populairste doel waarvoor consumenten in Nederland lenen, is de aanschaf van een auto. In de eerste helft van 2024 was 46,72% van de leningaanvragen bedoeld voor de financiering van een auto. Dat is bijna de helft van de onderzochte leningaanvragen. In 2023 was dit nog 41,5%. Consumenten lenen dus steeds vaker voor een auto. Een van de redenen hiervoor kan zijn dat de prijzen voor nieuwe en tweedehands auto’s blijven stijgen. Tegelijkertijd wordt het gemiddelde leenbedrag voor een auto lager. Werd er in 2022 gemiddeld € 17.506 geleend voor een auto, in de eerste helft van 2024 is dit nog ‘maar’ € 15.646.
Verbouwen blijft met 19,06% van de aanvragen ook in 2024 het tweede belangrijkste leendoel, al loopt het aantal leningen voor een verbouwing ten opzichte van 2023 terug. Toen leende nog 23,11% van de kredietaanvragers voor een verbouwing. De reden voor deze daling kan liggen in steeds verder stijgende prijzen van bouwmaterialen, in combinatie met een tekort aan vakmensen om de verbouwing uit te voeren. Mogelijk stellen mensen hun verbouwplannen hierdoor uit. Ook opvallend: met de hoge energieprijzen in 2023 steeg ook het verduurzamen van de woning als leendoel. En al lijken de energieprijzen nu weer stabiel, toch neemt de wens om hierin te investeren dit jaar verder toe.
Een bestaande lening oversluiten komt met 6,06% op de derde plaats van geliefde leendoelen.
Gekozen leendoel | H1 2024 | 2023 | 2022 |
Auto | 46,72% | 41,5% | 29,89% |
Verbouwen | 19,06% | 23,11% | 24,78 |
Anders | 18,08% | 19,3% | 25,68% |
Oversluiten | 6,06% | 5,33% | 7,43% |
Inboedel | 2,82% | 3,04% | 5,83% |
Camper / caravan | 2,11% | 2,45% | 2,32% |
Motor | 1,57% | 1,41% | 1,24% |
Recreatiewoning | 0,92% | 1,17% | 1,77% |
Boot | 0,81% | 1,01% | 0,81% |
Restschuld hypotheek | 0,11% | 0,27% | 0,25% |
Consumenten lenen het meest voor recreatiewoning en boot
De hoogte van het leenbedrag verschilt per leendoel. Zo zien we dat de hoogste bedragen worden geleend voor een recreatiewoning (gemiddeld € 33.714 ) of boot (gemiddeld € 25.667). In 2023 lagen deze bedragen nog op respectievelijk € 34.448 en € 21.809. Consumenten lenen opvallend meer voor boten. Dit komt vooral doordat de vraag enorm is gestegen. Eigenaren houden hun boot nu langer vast en dit drijft de prijs voor tweedehands boten flink op.
Doelen waarvoor het minst wordt geleend, zijn de inboedel, de restcategorie ‘anders’ en de motor. Hierbij valt op dat hoewel inboedel laag scoort als leendoel, consumenten ten opzichte van 2023 wel flink meer zijn gaan lenen voor de inrichting van hun woning. Lenen voor een motor lijkt daarentegen ieder jaar minder populair te worden. Werd er in 2022 nog gemiddeld € 11.444 geleend voor een motor, in 2023 was dit € 9.604 om nu verder terug te zakken naar gemiddeld € 8.877.
Leendoel | Gemiddelde leenbedrag H1 2024 | Gemiddelde leenbedrag 2023 | Gemiddelde leenbedrag 2022 |
Recreatiewoning | € 33.714 | € 34.448 | € 40.010 |
Boot | € 25.667 | € 21.809 | € 35.462 |
Verduurzaming | € 21.107 | € 16.521 | N.V.T. |
Camper/caravan | € 20.639 | € 17.401 | € 22.052 |
Lening oversluiten | € 20.460 | € 18.254 | € 23.557 |
Verbouwen | € 18.714 | € 18.992 | € 20.744 |
Restschuld hypotheek | € 15.750 | € 16.650 | € 21.983 |
Auto | € 15.646 | € 16.445 | € 17.506 |
Inboedel | € 13.600 | € 9.873 | € 10.258 |
Anders | € 12.311 | € 12.511 | € 14.542 |
Motor | € 8.877 | € 9.604 | € 11.444 |
Gemiddeld leenbedrag per gezinssituatie
Uit onze analyse blijkt dat stellen met een geregistreerd partnerschap het meeste geld lenen. Gemiddeld lenen zij voor een bedrag van bijna € 20.000. Alleenstaanden lenen met gemiddeld € 12.848 het minst. Alleenstaanden kunnen vaak minder lenen, omdat zij minder inkomsten hebben dan stellen waarvan beide inkomens meetellen. En hoe hoger je inkomen, hoe meer je doorgaans kunt lenen.
Gezinssituatie | Gemiddelde leenbedrag H1 2024 | Gemiddelde leenbedrag 2023 | Gemiddelde leenbedrag 2022 |
Geregistreerd partnerschap | € 19.633 | € 17.803 | € 18.903 |
Gehuwd | € 17.992 | € 18.360 | € 20.850 |
Samenwonend | € 17.611 | € 17.616 | € 21.300 |
Alleenstaand | € 12.848 | € 13.039 | € 14.110 |
Gemiddeld leenbedrag per provincie
We zoomen ook nog even in op de verschillen per provincie. Hierbij valt op dat inwoners van de provincie Zuid-Holland met een gemiddeld leenbedrag van € 17.722 het meest lenen. Daarmee is Zuid-Holland de nieuwe nummer 1 in dit overzicht. Vorig jaar ging de provincie Zeeland nog aan kop. Inwoners van de provincie Overijssel lenen net als in 2023 tot op heden het minst, gemiddeld € 14.448. Het gemiddelde leenbedrag is in de eerste helft van 2024 omlaag gegaan.
Provincie | Gemiddelde leenbedrag H1 2024 | Gemiddelde leenbedrag 2023 |
Zuid-Holland | € 17.722 | € 16.349 |
Flevoland | € 16.920 | € 18.245 |
Drenthe | € 16.737 | € 18.243 |
Groningen | € 16.702 | € 17.230 |
Utrecht | € 16.391 | € 16.970 |
Noord-Brabant | € 15.943 | € 16.131 |
Noord-Holland | € 15.941 | € 17.907 |
Friesland | € 15.557 | € 14.578 |
Gelderland | € 15.390 | € 15.284 |
Limburg | € 15.348 | € 14.690 |
Zeeland | € 15.164 | € 18.605 |
Overijssel | € 14.448 | € 14.045 |